
Dezelve zullen vergaan, maar Gij blijft altijd, en zij zullen alle als een kleed verouden; En als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden (Hebr. 1: 11-12).
“Een jaar is ook zo voorbij hè”, zei ze met een zucht. Ze kijkt me aan met haar gerimpelde gezicht. De ouderdom is ervan af te lezen. Een leven getekend door moeite en verdriet. Een groot verschil in leeftijd tussen deze vrouw en ik. Maar is dit wel werkelijk zo? Want als we ze lezen in Hebreeën: Dezelve zullen vergaan, (…) zij zullen alle als een kleed verouden; en als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen. (Hebr. 1: 11-12) dan is er zo weinig verschil meer.
Haar leven het lijkt bijna voorbij. De scheurtjes in het kleed van haar leven zijn al zo zichtbaar als ik naar haar kijk. Ik zie de rimpels in haar gezicht. Haar handen trillen als ze mijn thee inschenkt. Haar oren horen niet meer alles wat ik zeg. Dezelve zullen vergaan. Haar leven gaat voorbij.
Maar ook als die scheurtjes nog niet zo zichtbaar zijn in het kleed van mijn leven, kan het zo opeens voorbij zijn. Ook als ik me misschien wel jong en gezond voel. Ons leven zal voorbijgaan.
Jakobus gebruikt het beeld van de mist die opkomt en wegtrekt. Want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt en daarna verdwijnt. (Jakobus 4:14)
Het blijft even stil. We praten verder met elkaar over het jaar 2022. Ook bijna voorbij. Wat gaat de tijd snel. En tegelijkertijd kan er zoveel gebeuren in het jaar dat voorbij is. Waar blijft de tijd?
We kunnen terugkijken en zien dat er 10, 20, 30 jaar verstreken zijn. Ons leven is een handbreed (psalm 39:6). De wereld gaat voorbij en zal opgerold worden als een kleed. Ja, ook u, jij en ik, we zijn slechts een voorbijganger. Zoals mist die opkomt en weer wegtrekt. Zoals wind die komt en gaat.
Zo aan het einde van het jaar worden we er weer bij stilgezet: ons leven zal voorbijgaan. Of we nu sterk of zwak zijn, jong of oud.Het jaar vliegt niet voorbij, maar wij vliegen voorbij zoals Mozes het verwoordt in psalm 90.Waar vliegen we heen?Zouden we dan niet met hem meebidden? Leer ons alzo onze dagen tellen (Psalm 90:12).
Een jaar voorbij betekent ook een jaar dichter bij ons sterven. Het wijst ons op de realiteit dat onze dagen zijn als gras. De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer (Psalm 103: 15 – 16).
Misschien kijk je ook wel terug op dit jaar en herken je het gevoel dat alles voorbijvliegt. Maakt het je bang en onzeker? Wat als alles voorbijgaat? Bekruipt je een gevoel van heimwee naar alles wat voorbijgegaan is in het afgelopen jaar? Maar als alles voorbijgaat, waarom zou je jezelf dan zo vastklampen aan dat wat voorbijgaat? Hoe zou ons leven zijn als we zouden leven als voorbijgangers? Met het besef dat ons leven is als een damp, zoals mist die opkomt en wegtrekt? Of zoals Paulus schrijf aan Timotheüs: De tijd mijner ontbinding is aanstaande. Dan komt ons leven in perspectief te staan.
Is er dan niets wat hetzelfde blijft? Is er dan niets wat zekerheid geeft? Is er dan niets wat onze angst wegnemen kan? Ja: Maar Gij blijft altijd (…) maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden (Hebr. 1: 11-12). God blijft Dezelfde. Zijn Woord blijft hetzelfde. Iedere dag. In de onzekerheid die je voelt. De angst die je misschien bekruipt.Klamp je niet vast aan alles wat voorbijgaat, maar klamp je vast aan Hem, Die blijft. Die is, Die was en Die komen zal.
Zoek houvast in Hem! Hij nodigt jou, vermoeide en belaste, om rust in Hem te zoeken. Alleen in Christus is echte, blijvende rust. Dan heb je zekerheid middenin de onzekerheid van alles wat voorbijgaat.
Als je Hem mag kennen en Hij je hart vervult, dan krijg je ook heimwee. Niet naar alles wat voorbijgaat, maar naar Hem, Die blijft. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid (Hebr. 13:8). Hij is niet als de mist die opkomt en wegtrekt. Hij blijft áltijd Dezelfde. Paulus zag ernaar uit toen hij beleed: De tijd mijner ontbinding is aanstaande. Hij had ook heimwee. Nog heel even. Dan mag ik bij Jezus zijn. Die heimwee hebben, komen Thuis. Dan mag je kijken naar alles wat voorbijgaat. En belijden:
Weg wereld, weg schatten,
je kunt niet bevatten hoe rijk of ik ben.
Ik heb alles verloren,
maar Jezus verkoren,
Wiens eigen ik ben.
Als je op die drempel staat van oud naar nieuw. Als je ziet op alles wat voorbijgegaan is en wat misschien wel voorbijgaan zal in het nieuwe jaar. Luister dan eens naar deze liefdevolle woorden van Octavius Winslow en breng ze in gebed voor de Heere.
Wat is jou overkomen afgelopen jaar? Het was voor Hem geen verrassing. Wat een kostelijke waarheid. Christus had mijn moeilijkheden al meegenomen in Zijn gedachten.Hij had mijn verdriet in Zijn hart gewikkeld. Hij had voorzien in een Schuilplaats voor mijn veiligheid.Voordat zelfs één steen op mijn pad kwam. Voordat één wolk mijn pad had beschaduwd. Voordat zelfs het gerucht van een storm mijn pad had doorwaait.
Gij weet mijn zitten en mijn opstaan. Gij verstaat van verre mijn gedachten. Gij omringt mijn gaan en mijn liggen. Gij zijt al mijn wegen gewend.
Zo kunt u, zo kun jij, zonder aarzelen de onbekende toekomst van een nieuw jaar in gaan.
Tevreden met dit gegeven. Verblijd door deze waarheid. Opgewekt door een dergelijke gedachte. Met het vaste geloof dat Jezus getrouw zal zijn in het vervullen van de belofte: Ik zal de blinden leiden door de weg dien zij niet geweten hebben. Ik zal ze doen treden door de paden die ze niet geweten hebben. Ik zal de duisternis voor hun aangezicht ten licht maken, het kromme tot recht. Deze dingen zal Ik doen en Ik zal hen niet verlaten.
Dit blogartikel werd geschreven door Yvonne.
Geef een reactie