Zo heb ik dan roem in Christus Jezus in die dingen die God aangaan (Romeinen 15:17).
Wanneer iemand vraagt wie je bent, antwoord je misschien wel snel met een lijstje met dingen die je doet in het dagelijks leven. Of misschien voel je jezelf juist in verlegenheid gebracht, wanneer je deze vraag krijgt. Juist omdat je op dit moment geen lijst met taken op kunt noemen. Is dat dan verkeerd?
Paulus kon een heel lijstje opnoemen met wat hij allemaal had gedaan in het Koninkrijk van God. Er was zelfs vrucht op zijn werk. Reden om zichzelf een schouderklopje te geven? Paulus roemt niet in iets van zichzelf. Hij roemt alleen in Christus.
Want ik zou niet durven iets te zeggen, het welk Christus door mij niet gewrocht heeft. Zo vervolgt hij. De enige reden dat er vrucht op zijn werk is, is Christus’ werk. Daar heeft hij Paulus voor willen gebruiken. Als een klein instrument.
Waarom roemt hij niet in iets van zichzelf? Paulus houdt ons een spiegel voor. Eerlijk en confronterend misschien. Waar roem ik in?
Een laagje dieper
Vaak beantwoorden we de vraag naar wie we zijn met een uitgebreide beschrijving van wat we doen. Wat maakt dat we vaak zulke antwoorden geven?
Laten we in de spiegel kijken die Paulus ons voorhoudt, een laagje dieper gaan en onszelf de vraag stellen: Waar ligt mijn waarde in?
Hangt onze identiteit en waarde af van wat we doen? Dat kan op allerlei manieren gebeuren. Je kunt je waarde zoeken in je goede baan, in je intelligentie, of in het feit dat je thuis bent om voor je kinderen te zorgen. Je kunt je waarde zoeken in het vrijwilligerswerk dat je doet en het van betekenis zijn voor anderen. Je kunt je waarde zoeken in je plaats in de gemeente, in de kaartjes die je stuurt en de maaltijden die je brengt. Je kunt zelfs je waarde zoeken in het feit dat je trouw bent in je stille tijd en elke dag begint met Gods Woord.
In wie roemen we dan? Wie krijgt daarvan de eer?
Persoonlijk vind ik dat soms best moeilijk. Een schouderklopje, een applaus, een compliment. Het kan zo goed doen. Is dat verkeerd? Ik denk het niet, maar zo snel kunnen we zoeken naar de goedkeuring van mensen. En als die uitblijft, dan gaan we twijfelen aan onszelf. En als we goedkeuring krijgen, dan groeien we. Maar wat is het doel van ons leven? Zouden we niet veel meer gericht moeten zijn op Gods eer?
Als de Heere ons laat zien dat onze zonden verzoend zijn door het bloed van de Heere Jezus, dan wordt het pas mogelijk om minder afhankelijk te worden van de goedkeuring van mensen. Dan hebben we een vast fundament. Dan weten we wie we zijn. Dat ligt vast in Hem.
Wanneer onze waarde door genade ligt in wie we zijn in Hem, dan zijn onze prestaties niet meer zo belangrijk. Dan mag je antwoord geven op de vraag wie je bent met: Ik ben een christen, want ik ben van Christus. Alles wat wij voor elkaar gekregen hebben doet er dan niet meer toe, maar alleen wat Christus volbracht heeft.
Redenen om te roemen
Op dit moment mag je misschien wel heel veel mooie dingen doen in het Koninkrijk van God. Net als Paulus zie je vrucht op dat werk. Dan heb je redenen om te roemen. Roemen betekent: je eer vinden in God. Hem prijzen dat Hij onze God wil zijn. Hem de eer geven dat Hij jou wil gebruiken. Roemen in de genade en in Gods heerlijkheid. Is Hij dat niet waard?
Paulus doet dit ook. Hij roemt in het werk dat God door middel van hem gedaan heeft in Korinthe en in Rome. Hoe doet hij dat?
Matthew Henry schrijft hierover: Tot eer van God somt hij de geweldige dingen op die God door hem gedaan heeft. (…) Paulus deelt hun mee, en hij maakt dat een aanleiding tot roem, geen ijdele roem, maar heilige, genadige roem, dat het in Christus Jezus is. Zo wordt Christus het middelpunt van al zijn roemen.
Misschien zeg je wel: Paulus had veel redenen om te roemen. Maar ik? Mijn leven is verre van zo’n vruchtbaar leven. Ik voel me zo zwak, zo nietig.
Luister dan eens naar hóe Paulus roemt.
Paulus roemt in het werk dat God door middel van hem gedaan heeft in Korinthe en in Rome. Maar wat zichzelf betreft wil Paulus alleen roemen in zijn zwakheden.
Van den zodanige zal ik roemen, doch van mijzelven zal ik niet roemen, dan in mijn zwakheden. (2 Korinthe 12:5)
Wat een bemoediging! We hoeven niet in iets van onszelf te roemen. We hoeven geen lijst bij te houden van alles wat we gedaan en bereikt hebben. Onze status en onze daden doen er niet toe. Zelfs onze beste goede werken, in dienst van de Heere, zijn niet nodig om te roemen. We mogen zwak zijn. Als wij ervaren dat we het zelf niet meer kunnen, komt namelijk het moment dat we God de ruimte geven om te werken.
Paulus legt dat uit en vervolgt in datzelfde hoofdstuk met: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.
Dat geeft veel reden om te roemen. Niet meer in iets van onszelf. Dan mogen we doen wat God van ons vraagt op de plaats waar Hij ons roept. Zelf zwak, maar leven uit Christus’ kracht!
Ik roem niet meer in eigen kracht,
in gaven, in wat wijsheid is;
ik roem alleen nog in de Heer’,
Zijn dood en Zijn verrijzenis.
Laat dan je levenslied zijn: Doch wie roemt, die roeme in de Heere!
Want niet die zichzelven prijst, maar dien de Heere prijst, die is beproefd. (2 Korinthe 10:17-18)
Dit blogartikel werd geschreven door Yvonne. Het Moeskruid team stelt zich hier aan je voor.
Geef een reactie