Alle mannen uit de stam van Levi kregen een taak.
Aäron diende als hogepriester en zijn (klein)zonen als priester. De andere Levieten hadden de taak om de priesters te helpen en het volk te onderwijzen.
Heel nauwkeurig werden de taken verdeeld onder de Gersonieten, Kahathieten en Merarieten. Wat een bevoorrechte positie namen deze mannen in.
De Heere riep deze mannen, niet omdat ze bijzonder of heilig waren, maar omdat de Heere een taak voor hen had.
Dienen in Gods Koninkrijk
Afgelopen week hebben we in de Bijbelstudies nagedacht over de taken die de priesters en de Levieten kregen. Heb je ook nagedacht over jouw plaats in Gods Koninkrijk?
Misschien heb je wel een mooie taak gekregen binnen de kerk, een organisatie, op je werk, in je familie of in je gezin. Dank de Heere dat Hij jou daar de kracht voor geeft.
Of heb je gedacht: dat is voor een ander?
Die vrouw uit de gemeente of die vrouw in mijn omgeving, die kan dat, maar ik?
Dienen in Gods Koninkrijk? Hoe? Ik voel me zo zwak. Hoe kan ik God dienen? Welke taak heeft de Heere voor mij weggelegd?
De Heere roept geen helden of mensen zonder zonde in Zijn dienst.
Dat hebben we kunnen lezen in Numeri 3:4.
Juist omdat wij zo zondig en zwak zijn, hebben we Hem nodig.
Dienen in Zijn Koninkrijk – op welke plek ook – kan niet zonder Hem.
Allereerst moeten we in ons leven verbonden zijn en blijven aan Hem.
Blijf in Mij en Ik in u. (…) want zonder Mij kunt gij niets doen. (Johannes 15:4,5)
Dat geldt voor heel ons (geestelijke) leven (zie blogartikel: Kracht in zwakheid) , maar in het bijzonder ook in de taak die de Heere ons geeft in Zijn dienst.
In het groot of in het klein, doen wat de Heere van ons vraagt op de plaats die Hij ons wijst.
Goddelijke roeping
We gaan het nu verder niet hebben over allerlei (vrijwillige) taken binnen kerk, maatschappij, gezin of werk. Al zijn deze taken heel belangrijk, er ligt nog een andere taak.
Misschien niet de taak waar je als eerste aan hebt gedacht.
Misschien ook niet de taak die hoog op je prioriteitenlijstje staat.
Maar wel een Goddelijke roeping voor een ieder die in Jezus gelooft.
Octavius Winslow schrijft hier een hoofdstuk over in zijn boek Psalmen in de nacht. Een aantal stukjes daaruit wil ik graag met jullie delen.
Om welke roeping gaat het?
Hij die in Jezus gelooft, is een koninklijke priester, bestemd om God geestelijke offeranden te brengen. Hij is geroepen en gewijd, bekleed en gezalfd tot een hoge en heilige dienst. Zijn roeping is Goddelijk.
Het priesterambt is er niet meer zoals we lezen in Numeri, maar iedere ware christen is ook een priester. Geloof jij in de Heere Jezus? Ben je eigendom van Hem? Dan heeft de Heere jou geroepen om priester te zijn.
De priesters hadden verschillende taken. Onder andere de taak om te offeren.
Zo is ook één van jouw taken als christen om te offeren. Hoe?
En mijzelven tot een levend dankoffer Hem offere. (HC vraag 32)
Heel je leven aan Hem toewijden en Hem opofferen.
Geroepen naar Gods voornemen, gewijd en afgezonderd door vrijmachtige genade, bekleed met de gerechtigheid van Christus, gezalfd met de Heilige Geest en brengende de geestelijke offerande van een gebroken en verslagen hart.
Eén van de specifieke offers die gebracht werden door de priesters, was het aansteken van het reukofferaltaar. Door het reukwerk werd symbolisch het gebed uitgebeeld.
Daarover spreekt David in psalm 141: Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht.
Zoals de rook en de geur van het offer omhoog kringelden naar God, laat zo ook mijn gebed voor U zijn.
Het gebed
De Goddelijke roeping waarover Winslow spreekt is het gebed.
Het gebed is de adem des levens van de levendgemaakte ziel; het gebed is de wijze waarop wij tot God naderen; het gebed is het aangewezen kanaal om elke zegen te ontvangen.
Is dat geen aansporing om meer in gebed te zijn?
Het is geen taak waarbij je gezien wordt, maar zou je als christen zonder kunnen?
Vanwaar stijgt het reukwerk van het gebed op tot de troon van de Eeuwige? O, het is uit het hart. Het vernieuwde, geheiligde hart van de gelovige is het wierookvat, waaruit de welriekende wolk opstijgt.
Dat het wierookvat een beeld is van ons hart kunnen we nog wel begrijpen, maar dat mijn gebed een liefelijke reuk voor de Heere is? Zoals we in het OT lezen over de offers?
Hoe kan dat?
Bij het reukoffer werd wierook gebruikt. Wierook is een speciaal mengsel van sterk geurende stoffen. Gemaakt om een aangename geur te verspreiden.
Maar mijn onvolmaakte gebeden, vaak zo vol zonden en eigen bedoelingen, dat verspreid toch alles behalve een aangename geur?
Waar komt dan die aangename geur vandaan?
Om Jezus’ wil
Het reukoffer mocht alleen worden aangestoken met gloeiende kolen van het brandofferaltaar.
De priester die het reukoffer aanstak moest via het brandofferaltaar. Op dat altaar werd verzoening gedaan. Alleen door dat offer werd het gebed als een liefelijke reuk voor de Heere.
De aangenaamheid ligt niet in jouw en mijn gebed. De kracht ligt niet in ons gebed.
Maar Jezus’ bloed reinigt ze, de verdienste van Immanuël geeft er de geur aan, en onze heerlijke Hogepriester stelt alzo zowel onze personen als onze offerande voor aan Zijn Vader en onze Vader, aan Zijn God en onze God.
God is heilig. We kunnen niet zomaar tot Hem naderen.
Alleen op grond van het offer van Jezus kunnen we naderen tot de Vader.
Hij neemt alle onvolmaaktheid en zonde weg uit onze gebeden. Hij verzoent onze gebeden en biedt ze God aan als een liefelijke reuk. Daarom moeten we bidden om Jezus’ wil.
Is je gebed verflauwt en je hart koud?
Of voel je jezelf verdrietig en moedeloos?
Bedroefde priester des Heeren, breng dan uw wierookvat! Vul het op het altaar van Golgotha, en hef het met een sterke hand op voor God, totdat uw persoon, uw droefheid en uw schuld verdwijnen in de wolk van lieflijk reukwerk, als die opstijgt voor de troon en vermengd wordt met de opgaande wolk van de dierbare voorbede van de Verlosser.
Deze roeping ligt er voor jou en mij.
Geen gemakkelijke taak.
Bidden is het allermooiste wat je kunt doen, maar vaak ook het aller moeilijkste.
Je hoeft het niet in eigen kracht te doen. De grond om te bidden ligt niet in ons.
Klamp de Vader aan in de Naam van Jezus. Dat is bidden, zoals een dominee zei in een preek.
Daarom: Ga, in de Naam van Jezus. (…) Stort uw smart uit, belijd uw zonde, houd aan, tot u vergeving verkrijgt. (…) Geef u over aan het gebed!
Onderschat niet de kracht van het gebed. Persoonlijk en voor anderen.
Het gebed zal u vertroosten, het gebed zal u kalmte geven, het gebed zal aan uw hart de last ontnemen of lenigen, het gebed zal uw ziekte genezen of maken dat u die ziekte gemakkelijk kunt dragen, het gebed zal de verzoeker verdrijven, het gebed zal Jezus gevoelig nabij brengen aan uw ziel, het gebed zal uw hart naar de hemel opheffen en zal de hemel doen neerdalen in uw hart.
Kom, sta dan op en bid!
Geef een reactie