En de stem, die ik gehoord had uit den hemel, sprak wederom met mij, en zeide: Ga henen, neem het boeksken, dat geopend en in de hand des engels is, die op de zee en op de aarde staat. En ik ging henen tot den engel, zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot mij: Neem dat en eet het op; en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing (Openbaring 10:8,9).
Een boekje opeten?
Op het eerste gezicht lijken deze verzen moeilijk te begrijpen. Een boek eten? Iedereen die wel eens een baby heeft gezien die een boek in zijn mollige handjes had, weet wat ermee gebeurde. De baby wilde het boek waarschijnlijk vroeg of laat in zijn mond stoppen. En wij? Wij zeggen dan: ‘o nee, boeken kan je niet eten! Dat is niet lekker!’
De gebeurtenissen in Openbaring 10 lijken daarom nogal surreëel. Wat is er de bedoeling van? Waarom moet Johannes het boek opeten? Toch kennen we dit principe.
- De dichters van verschillende Psalmen zingen ervan, dat het Woord van God niet alleen gelezen en gehoord wordt, maar ook geproefd. De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid, de rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig. Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem (Psalm 19:10, 11). En David zingt in Psalm 119:103: Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honig mijn mond!
- De Heere Jezus wordt door de satan verzocht: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden. Het is alsof hij wil zeggen: ‘dat zou toch eenvoudig moeten zijn, om in je eerste levensbehoefte te voorzien, als U echt Gods Zoon bent. Maar de Heere Jezus laat Zich niet verleiden om ook maar iets te doen wat de oude slang van Hem vraagt. Doch Hij, antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat (Mattheüs 4:4).
- “Er staat geschreven”, zei de Heere Jezus. Waar staat dat? In Deuteronomium 8:3, waar Mozes zegt tegen het volk, tegen het einde van de woestijnreis: En Hij verootmoedigde u, en liet u hongeren, en spijsde u met het Man, dat gij niet kendet, noch uw vaderen gekend hadden; opdat Hij u bekend maakte, dat de mens niet alleen van het brood leeft, maar dat de mens leeft van alles, wat uit des HEEREN mond uitgaat.
- Het manna regende in die jaren om het volk Israël op dat moment te voorzien en hen dagelijks te leren dat ze afhankelijk zijn van de Heere. Maar het manna was er ook in de woestijn zodat Christus daardoor eeuwen eeuwen later zou kunnen uitleggen Wie Hij is: Uw vaders hebben het Manna gegeten in de woestijn, en zij zijn gestorven. Dit is het Brood, dat uit den hemel nederdaalt, opdat de mens daarvan ete, en niet sterve. Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld (Johannes 6:49-51) Het Woord is Christus. Het eten van het Brood des levens, is leven uit Zijn volheid, uit Christus’ Opstandingskracht.
Ezechiël en Jeremia aten het Woord ook
We lezen in Openbaring 10 dus niet voor het eerst over het ‘eten van het Woord’. In het Oude Testament vinden we er zelfs twee voorbeelden van die erg lijken op deze verzen in Johannes 10:
- In Ezechiël 3:1-4 lezen we: Daarna zeide Hij tot mij: Mensenkind, eet, wat gij vinden zult; eet deze rol, en ga, spreek tot het huis Israëls. Toen opende ik mijn mond, en Hij gaf mij die rol te eten. En Hij zeide tot mij: Mensenkind, geef uw buik te eten, en vul uw ingewand met deze rol, die Ik u geef. Toen at ik, en het was in mijn mond als honig, vanwege de zoetigheid. En Hij zeide tot mij: Mensenkind, ga henen, kom tot het huis Israëls, en spreek tot hen met Mijn woorden. Ezechiël krijgt de opdracht om een boekrol op te eten. Hij moet zijn ingewanden ermee vullen en daarna naar het volk Israël gaan om Gods Woord tot hen te spreken. Die woorden zijn dan geen ‘wetenschap’ meer, maar komen van binnen, vanuit zijn binnenste. Het Woord moest door Ezechiël heengaan voor hij het kon doorgeven aan het volk, dat niet zal willen luisteren.
- Jeremia krijgt er geen opdracht toe, maar besluit de boekrol te eten als hij in grote nood verkeert en moet lijden vanwege de ‘versmaadheid van Christus’. In zijn gebed zegt hij het: O HEERE! Gij weet het, gedenk mijner, en bezoek mij, en wreek mij van mijn vervolgers; neem mij niet weg in Uw lankmoedigheid over hen; weet, dat ik om Uwentwil versmaadheid drage. Als Uw woorden gevonden zijn, zo heb ik ze opgegeten, en Uw woord is mij geweest tot vreugde en tot blijdschap mijns harten; want ik ben naar Uw Naam genoemd, o HEERE, God der heirscharen! (Jeremia 15: 15,16). Jeremia vindt vreugde door het eten van het Woord. Hij had het verlangen om met Gods woorden vervuld te zijn, nam ze tot zich, ze vervulden hem en… gaven hem vreugde en blijdschap. Blijdschap en vreugde in het Woord wordt door de Heere gewerkt, maar zal niet ontstaan als we de Bijbel slechts oppervlakkig lezen, dichtslaan en weer doorgaan. Bij Jeremia volgt de vreugde op het eten van het Woord.
Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der samenvoegselen, en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten (Hebreeën 4:12).
Terug naar Johannes op Patmos. Hij krijgt de opdracht om een boekje op te eten. Sommige verklaarders denken dat dit dezelfde boekrol is waarvan in de voorgaande hoofdstukken de zegels zijn geopend. Anderen denken van niet: hier wordt een ander woord gebruikt dan in Openbaring 5. Niet een boek(rol) (biblion) maar een klein boekje (biblaridion). We weten dus niet wat de inhoud van dit boekje is geweest. We lezen slechts van de opdracht aan Johannes: ‘eet het’. We lezen ook over de smaak ervan: het was aanvankelijk zoet in zijn mond, maar later (in zijn buik) bitter. En we lezen Wie het is die de opdracht geeft: Christus Zelf, Die Zich openbaart in al Zijn majesteit en heerlijkheid (vers 1 en 2).
‘Neem het boekje en eet het op’. De kanttekeningen schrijven bij het eten: ‘Daardoor wordt verstaan dat hij hetzelve boek naarstiglijk moest overzien, overleggen, verstaan en herkauwen.’ Ik vind dat een prachtige en leerzame uitleg. Want ook wij kunnen zo gemakkelijk de Bijbel oppervlakkig lezen. Maar er is zoveel te vinden in het Woord als de Heilige Geest ons leert overzien, overleggen, verstaan en herkauwen.
Betekenis voor ons Bijbellezen
Bij de Moeskruid Bijbelstudies van deze week denken we na over de betekenis van Openbaring 10 als geheel. Ik doe een poging om de vier woorden die de kanttekeningen noemen betekenis te geven voor ons Bijbellezen vandaag:
- Het Woord overzien zou kunnen betekenen dat we het lezen in de context. Bij het Bijbellezen willen we steeds zien dat de tekst die we lezen onderdeel is van een hoofdstuk. Dat het hoofdstuk onderdeel is van een Bijbelboek en het Bijbelboek onderdeel is van de gehele Bijbel. Hoe is de samenhang met andere hoofdstukken en Bijbelboeken? In welke context werden deze woorden geschreven? Wat betekenden deze woorden in de tijd dat ze gesproken, gezongen en opgeschreven werden? Als we het Woord overzien lezen we niet hier een vers en daar een vers, maar een heel Bijbelboek, hoofdstuk voor hoofdstuk en daarna vers voor vers. Zodat we de grote lijn van het Evangelie gaan leren zien en begrijpen.
- Het Woord overleggen zou kunnen betekenen dat we het doordenken. Wat is de betekenis van dit gedeelte? Wat betekende het toen? Wat wil de Heere hierdoor aan mij bekend maken? Wat leer ik hier over de Heere? Wat leer ik hier over mezelf? Is er een opdracht, waaraan ik moet gehoorzamen? Het doet me denken aan de moeder van Maria: Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart (Lukas 2:19).
- Het Woord verstaan zou kunnen betekenen het toepassen van dat wat we hebben gelezen. Het doet me denken aan de woorden van David in Psalm 119: Geef mij den weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte. Het betekent niet alleen kennis hebben van het Woord, maar het ook doen. Wat kom ik hier vaak veel in tekort! Ik kan zoveel lezen, me verwonderen over het Woord, de rijkdom erin ontdekken, maar toch… niet gehoorzamen.
- Het Woord herkauwen zou kunnen betekenen dat we over het Woord mogen mediteren. Dat kan tijdens het moment van Bijbellezen, maar mag ook gedurende de dag, tijdens ons werk gebeuren. Wat zijn we vaak vergeetachtig en al snel weer bezig met het hier en nu. Als we leren Gods Woord te herkauwen wil de Heere er steeds opnieuw nieuw licht op geven. Als je meer wil lezen over mediteren, vind je hier een ouder blogartikel. Ook in het boek Moeskruid – gids voor stille tijd voor vrouwen vandaag lees je erover. Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid (Kolossenzen 3:16).
Lezen we zo de Bijbel? Als je meedoet met de Moeskruid Bijbelleesgroep, weet je dat dat onze bedoeling is. Maar wat is ons hart vaak geneigd om aan de oppervlakte te blijven! Wat merk ik vaak dat ik niet écht wil luisteren naar Gods stem. Omdat er dan zonden in het licht moeten komen. Of omdat ik dan moet gehoorzamen aan een opdracht die Hij geeft en waar ik geen zin in heb of geen raad mee weet. Maar wat is het van levensbelang om het voorbeeld van Johannes na te volgen en het Woord te eten: overzien, overleggen, verstaan, herkauwen. We hebben daar elke dag weer Gods hulp bij nodig, waar we Hem dan ook elke dag om mogen vragen!
Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in den raad der goddelozen, noch staat op den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; Maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. Want hij zal zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, en welks blad niet afvalt; en al wat hij doet, zal wel gelukken. Alzo zijn de goddelozen niet, maar als het kaf, dat de wind henendrijft.
Zie je het verschil tussen de man (of vrouw) die lust heeft in het Woord en het overdenkt en de andere man (of vrouw), die wandelt in de raad der goddelozen? Door wie worden we gevoed? Door Gods Woord? Door Zijn Zoon? Of door de raad van de goddelozen, de wereld om ons heen? Waar wil jij je voedsel zoeken?
Dit blogartikel werd geschreven door Elise.
Wil je meer weten over de Moeskruid Bijbelleesgroep of met ons meedoen? Klik hier voor meer informatie.
Geef een reactie